Deelnemers krijgen eerst algemene informatie over terugval en de verschillende stadia van terugval bij anorexia nervosa. Daarna wordt aandacht besteed aan de sterke kanten van de jongere en de risicofactoren voor terugval. Dan volgt informatie over de factoren die eetstoornisgedrag uitlokken (zoals opmerkingen van anderen over je uiterlijk) en over de vroege voortekenen van het terugkomen van de eetstoornis (je dik voelen of tussendoortjes overslaan). De jongere krijgt inzicht in welke uitlokkers en vroege voortekenen voor hem gelden en zet deze in een terugvalpreventieplan. Ook wordt hulp geboden: wat kun je doen in geval van een uitlokker of bij vroege voortekenen en welke mensen hierbij kunnen helpen (hulptroepen). Acties en hulptroepen worden toegevoegd aan het terugvalpreventieplan. Tot slot stelt de deelnemer een motivatielijstje op met activiteiten om moeilijke periodes door te komen. Zodra het terugvalpreventieplan klaar is start het nazorg programma wat APK-traject heet (Anorexia Periodieke Keuring). Dit traject bestaat uit laag frequente APK-gesprekken (soms na 2 maanden, of na 4 of zelf pas na 6 maanden, afhankelijk van hoe stabiel de patiënt is). Deze kunnen middels beeldbellen plaatsvinden of face-to-face. Daarin wordt aan de hand van het plan besproken hoe het gaat met de jongere en welke acties nodig zijn om terugval te voorkomen. Mocht de patiënt tussen de afspraken door een terugval ervaren kunnen ze direct contact opnemen met de behandelaar. Het APK-traject wordt gedurende 18 maanden ingezet omdat in deze periode het risico op terugval het grootst is.